Blijf op de hoogte
Abonneer je op onze nieuwsbrief, onze maandelijkse blik op food en non-food kwaliteitsmanagement.
Dat verpakkingsafval een negatieve impact heeft op het milieu, weten we al langer dan vandaag. Maar die verpakkingen zijn hard nodig om bijvoorbeeld de houdbaarheid van voedingsmiddelen te verlengen om voedselverspilling tegen te gaan. Ook beschermt de verpakking voedingsmiddelen tegen beschadiging, bijvoorbeeld tijdens opslag en transport. In dit artikel de laatste stand van zaken op gebied van verpakkingswetgeving.
Om die negatieve impact op het milieu zoveel mogelijk te beperken, hebben retailers en producenten al geruime tijd te maken met de regels omtrent de essentiële eisen voor verpakkingen, onderdeel van de Europese richtlijn Verpakkingen en verpakkingsafval (94/62/EG). Deze eisen stellen dat een verpakking zo moet worden ontwikkeld, dat zo min mogelijk verpakkingsmateriaal wordt gebruikt. Een bedrijf moet de gemaakte keuzes onderbouwen in een verpakkingsdossier. Echter, pas sinds kort handhaaft de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) hierop en vragen retailers, producenten en importeurs zich af hoe ze met deze regelgeving om moeten gaan. Bovendien is nieuwe Europese wetgeving in de maak, waardoor de eisen nog strenger worden.
De Europese Commissie heeft op 30 november 2022 een nieuw voorstel voor een Europese verordening gepubliceerd om het verpakkingsafval te verminderen: de Packaging and Packaging Waste Regulation (PPWR). Door de bestaande richtlijn aan te passen naar een verordening gelden straks voor alle Europese lidstaten dezelfde regels. Regels die moeten leiden tot vermindering van het verpakkingsmateriaal en meer hergebruik van verpakkingen. Ook moeten de regels recycling van het verpakkingsmateriaal stimuleren en is het ultieme doel dat alle verpakkingen in 2030 recyclebaar zijn.
Naast een algeheel verbod op sommige verpakkingen wordt in het voorstel ook een verbod op ‘loze ruimte’ in de verpakking beschreven. Zowel het volume als het gewicht van de verpakkingen moet omlaag om de doelstellingen te bereiken. Alleen dan voorkomen we volgens de Europese Commissie verspilling van verpakkingen en verpakkingsmateriaal. De PPWR is op dit moment nog een voorstel waarover de Europese Raad, het Parlement en de Commissie zich buigen. Een voorzichtige inschatting van het Kennisinstituut Duurzaam Verpakken (KIDV) is dat – als de onderhandelingen voorspoedig verlopen – de PPWR in 2024 definitief aangenomen wordt. De betreffende maatregelen worden vervolgens twaalf maanden na publicatie van kracht.
De Europese Single Use Plastics-richtlijn (SUP) is al sinds 2021 van kracht. Deze richtlijn is sinds januari van dit jaar uitgebreid met de verplichtingen voor producentenverantwoordelijkheid. De SUP komt grotendeels overeen met de nog te implementeren PPWR. Beide wetten zullen naast elkaar gaan bestaan. Bedrijven moeten dus aan beide wetten voldoen. Doelen als het voorkomen van zoveel mogelijk verpakkingsafval en het stimuleren van hergebruik en recycling zijn in beide wetten gelijk. Het verschil is dat de SUP wetgeving uitsluitend betrekking heeft op kunststof wegwerpverpakkingen, terwijl het in de PPWR juist gaat over alle verpakkingen.
Er komt onder de nieuwe verordening administratie op bedrijven af. In een verpakkingsdossier moet een bedrijf aangeven waarom zij voor een bepaalde verpakkingsvorm en -materiaal kiezen. Ook moet worden aangetoond dat de verpakking zo licht mogelijk is en tegelijkertijd toch alle functies van de verpakking vervult. Denk bijvoorbeeld aan het beschermen van een verpakt product, het verschaffen van etiketinformatie of het mogelijk maken van transport.
Daarnaast zijn er eisen aan de eindfase van een verpakking: wat gebeurt er nadat de consument de verpakking weggooit? Hoe wordt hierbij de milieu-impact zo laag mogelijk gehouden? De verpakking moet herbruikbaar, recyclebaar of composteerbaar zijn. Of beschikbaar zijn voor energieterugwinning middels veilige verbranding. Ook zijn er limieten gesteld aan zware metalen die aanwezig mogen zijn in verpakkingsmaterialen, om ervoor te zorgen dat deze geen schade veroorzaken aan het milieu. Deze eisen zijn niet alleen van toepassing op primaire, maar ook op secundaire en tertiaire verpakkingen.
Een dergelijke administratie is gelukkig bij veel bedrijven al wel (deels) aanwezig, aangezien zij reeds bekend waren met de regels van de essentiële eisen. In de PPWR staan aangescherpte en uitgebreide eisen en zullen ook de bestaande rapporten waarschijnlijk fors moeten worden aangevuld.
Het Afvalfonds en de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) controleren in Nederland bedrijven op het behalen van de wettelijke recyclingdoelstellingen. Zij bekijken op welke wijze het bedrijf de milieu-impact van verpakkingen minimaliseert en hebben hierbij naar eigen zeggen oog voor de administratieve druk die dit met zich meeneemt. Een aantal tips voor het op orde brengen van de administratie:
Neem contact met ons op via info@precongroup.com, NL +31 (0)30 65 66 010 of BE +32 (0)11 26 99 07.
Abonneer je op onze nieuwsbrief, onze maandelijkse blik op food en non-food kwaliteitsmanagement.