Hoe werk jij als onderhoudstechnicus voedselveilig? 7 tips!

Wist je dat je als onderhoudstechnicus tijdens onderhouds- en reparatiewerkzaamheden onbedoeld besmetting kunt veroorzaken? Wanneer je aan de slag gaat in een levensmiddelenbedrijf, is het essentieel om de regels voor voedselveiligheid strikt na te leven. Bedrijven willen immers voorkomen dat onveilige producten bij de klant terechtkomen. We geven je 7 tips om voedselveilig te werken.

1. Werk schoon en netjes en laat geen rommel achter

Door verpakkingen en gemorste producten direct op te ruimen, voorkom je besmettingen. Zo weet het bedrijf zeker dat het eindproduct veilig is voor gebruik.

2. Zorg voor een goede persoonlijke hygiëne

Was regelmatig je handen en draag als het nodig is bedrijfskleding. Hierdoor weet je zeker dat je niet per ongeluk vuil meeneemt in de productie.

3. Maak je gereedschap voor en na gebruik schoon

Dat geldt niet alleen voor jouzelf, maar ook voor het gereedschap dat je mee naar binnen neemt en gebruikt. Door gereedschap goed schoon te maken, voorkom je kruisbesmetting.

4. Maak de binnenkant van machines goed schoon

Wist je dat jij meestal de enige persoon in het bedrijf bent die bij de binnenkant van de machines kan? Ook in de binnenkant van apparatuur kunnen viezigheid en productresten terechtkomen. Vergeet daarom na je werkzaamheden niet om de binnenkant van de machines te laten reinigen. Zo voorkom je een gevaar voor de voedselveiligheid.

5. Gebruik het juiste smeermiddel en gebruik niet te veel

In veel levensmiddelenbedrijven zijn alleen foodgrade smeermiddelen toegestaan. Dit zijn middelen die een kleiner gevaar vormen voor de voedselveiligheid.

6. Repareer beschadigingen om ongedierte te voorkomen

Ongedierte kan een gebouw binnenkomen door kieren of openstaande deuren. Let dus goed op gaten en kieren bij het onderhoud en let goed op of bijvoorbeeld roldeuren helemaal sluiten. Zo kan een bedrijf ongedierte buiten houden.

7. Gebruik de juiste materialen en vormen tijdens reparatiewerkzaamheden

Wist je dat je staal goed kunt gebruiken om een machine of een onderdeel te repareren, maar dat je beter geen zink kunt gebruiken? Zink is zacht en dus ontstaan er makkelijk krassen in dit materiaal waarin product kan achterblijven. Bovendien is zink moeilijk te reinigen. Dit geeft dus een gevaar voor de voedselveiligheid.