
Blijf op de hoogte
Abonneer je op onze nieuwsbrief, onze maandelijkse blik op food en non-food kwaliteitsmanagement.
Het HACCP-plan is al jaren een wettelijke verplichting in de voedingsindustrie. Bovendien versterken de autocontrolegidsen en GFSI-standaarden het voedselveiligheidssysteem. Maar ondanks al deze systemen blijven er regelmatig problemen opduiken op het vlak van voedselveiligheid in de productiesites. Steeds vaker worden er huisstammen, ook wel persistente stammen genoemd, ontdekt. Deze stammen zijn moeilijk weg te krijgen, en moeten met de nodige zorg en expertise worden opgevolgd. Met geavanceerde analysetechnieken zoals whole genome sequencing (WGS) kan het DNA van de pathogenen verder onderzocht worden. Door deze techniek kunnen voedsel gebonden uitbraken steeds vaker gelinkt worden aan de bedrijven, maar dit vormt een extra uitdaging voor de voedingsindustrie…
Om de huidige problematiek omtrent huisstammen te beperken heeft het Federaal Agentschap Voor Voedselveiligheid (FAVV) een gids ontwikkeld in samenwerking met FEVIA, UGent en ILVO. Deze aanvullende module GM 4 omgevingspathogenen is een verplichte aanvulling op de reeds bestaande autocontrolegidsen en zal vanaf 7 maart 2025 tijdens de audit mee worden gecontroleerd. Tijd voor de implementatie.
De gids beschrijft eisen die niet enkel focussen op het respecteren van de microbiologische criteria in het eindproduct, maar richt zich nu ook op de productieomgeving. Bijkomend geeft de gids een verduidelijking over hoe je de microbiologische beheersing in een voedingsbedrijf kan verbeteren. Daarvoor stelt het FAVV voor om een combinatie van preventieve maatregelen en omgevingsmonitoring te implementeren.
Preventieve maatregelen
Bij de preventieve maatregelen staan goede hygiëne- en productiepraktijken en basisvoorwaarde programma’s centraal om kruiscontaminatie vanuit de productieomgeving naar het levensmiddel te voorkomen. Om de implementatie van deze preventieve maatregelen te faciliteren worden ook enkele richtlijnen gedeeld zoals:
Naast een uitgewerkte procedure vraagt de GM4 module ook een risico-gebaseerd plan dat in het kwaliteitssysteem wordt geïmplementeerd. Hiervoor worden bijkomende eisen omtrent het basisvoorwaardeprogramma gesteld met als doel de voedselveiligheid van de levensmiddelen verbeteren.
Omgevingsmonitoring
Voor een goed onderbouwd en doeltreffend omgevingsmonitoring, gebaseerd op een logisch uitgewerkt staalnamenplan (e.g., frequentie, aantal, rotatie en tijdstip van staalnamen) met correctieve acties vormt de risico-gebaseerde aanpak de basis. Daarvoor zijn een goede bedrijfskennis en trendanalyses van historische gegevens essentieel. Verder is het belangrijk om te blijven evalueren en verbeteren aangezien een herziening van het monitoringsplan minstens om de 3 jaar wordt geëist.
Uitgewerkte voorbeelden van de omgevingsmonitor kan je terugvinden in het rapport van het FAVV over de GM4 module (pagina 45).
Précon kan je met verschillende aspecten helpen, zoals het opstellen van de preventiemaatregelen, het ontwerpen van het omgevingsmonitoringsplan of bij de praktische uitrol van het hele systeem.
Daarnaast kan je ook een verdiepende training volgen omtrent microbiologische analyses en het analyseplan waar kritisch gekeken wordt naar het analyseplan en de microbiologische resultaten. Immers zorgt een goede verwerking van deze resultaten in combinatie met een goed analyseplan tot vroegtijdige signalering van besmetting waardoor er adequaat op gereageerd kan worden.
Contact
Heb je hulp nodig om de module te implementeren in jouw kwaliteitssysteem of heb je vragen over omgevingspathogenen in jouw organisatie? Neem contact met ons op via +32 (0)3 616 08 69 of mail naar info@precongroup.com.
Abonneer je op onze nieuwsbrief, onze maandelijkse blik op food en non-food kwaliteitsmanagement.