Blijf op de hoogte
Abonneer je op onze nieuwsbrief, onze maandelijkse blik op food en non-food kwaliteitsmanagement.
Voor het correct vermelden van mogelijke kruisbesmettingen op etiketten is het belangrijk dat niet alleen een VITAL-analyse goed wordt ingevuld, maar ook dat deze uitgebreid wordt gecontroleerd op eventuele fouten. Hierbij een overzicht van de meest voorkomende fouten.
Consumptiegrootte en portiegrootte zijn vaak niet hetzelfde. Toch komt het regelmatig voor dat er bij het invullen van een VITAL-analyse gebruik wordt gemaakt van de portiegrootte. Voor een berekening wordt over het algemeen uitgegaan van het worst case-scenario, waarbij de aanname is dat een consument het niet bij één portiegrootte houdt.
De consumptiegrootte betreft een maximale hoeveelheid van een product per eetmoment. Deze is gebaseerd op de P95 van de Voedsel Consumptie Peiling (VCP) van het RIVM. Hieruit komt vaak naar voren dat de geconsumeerde hoeveelheid van een product over het algemeen hoger ligt dan de aangegeven portiegrootte van het desbetreffende product.
De vuistregel bij een VITAL-berekening is als volgt: hoe hoger de consumptiegrootte, hoe lager de actiegrens. Het risico dat ontstaat als uitgegaan wordt van de portiegrootte, is dat de actiegrens een hogere waarde aangeeft dan wanneer je uitgaat van de consumptiegrootte. Op deze manier blijft het totaal aantal PPM-allergeen eiwit van de kruisbesmetting vaak onder de desbetreffende actiegrens en wordt deze (onterecht) niet meegenomen op het etiket.
Bij het invullen van gegevens voor een homogene of puntbesmetting ontstaat er verwarring over in welke fysische vorm het allergeen in het productieproces terecht komt en de bijbehorende waardes benodigd voor een correcte berekening. Ontstaat de besmetting omdat er gebruik wordt gemaakt van een poeder, of een iets vloeibaardere vorm zoals een gladde pasta, dan is het een homogene besmetting. Het allergeen kan dan namelijk gemakkelijk vermengd raken door het gehele product heen. Als het gaat over stukjes of bijvoorbeeld hele noten of granen dan is het een puntbesmetting. Het allergeen bevindt zich hierbij geconcentreerd op een plek in het product.
Hierbij komt dat niet altijd duidelijk is welke waardes er verder voor de berekening benodigd zijn. Bij een homogene besmetting wordt er op grondstofniveau gekeken naar het PPM-allergeen eiwit in de desbetreffende grondstof, en bij het proces wordt gekeken naar het PPM gebaseerd op achterblijvend product in de gehele productiebatch. Bij een puntbesmetting wordt er op grondstofniveau gekeken naar het percentage eiwit van het allergeen en bij het proces wordt gekeken naar de PPM gebaseerd op achterblijvend product in de consumptiegrootte.
Doordat er nog wel eens waardes voor homogeenbesmettingen worden ingevuld als het om puntbesmettingen gaat, leidt dit tot afwijkende resultaten. Ook hierbij loop je het risico van onnodig vermelden, of juist het ontbreken van kruisbesmettingen op het etiket.
In VITAL zijn de verschillende glutenbevattende granen samengevoegd in een groep met eenzelfde reference dose. Voor de verschillende noten betreft dit drie groepen: cashew/pistache, walnoot/pecan en overige, met ieder een eigen reference dose.
Door deze samenvoegingen is bij het controleren van een berekening niet altijd meteen duidelijk voor welke noten of granen de kruisbesmetting van toepassing is. Hierbij dreigt het gevaar dat er op de verpakking overbodige vermeldingen van allergenen komen, wat ervoor kan zorgen dat bepaalde groepen (allergische) consumenten producten liever vermijden. Het doel is dan ook om duidelijk te vermelden welke noten en granen op de productielocatie worden gebruikt en dus een risico vormen. Dit voorkomt onnodige verwarring bij de producent, de controlerende instantie en de consument.
Tegenwoordig zijn er meerdere organisaties die naast de mogelijkheid om een VITAL-training te volgen ook een eigen rekentool hiervoor hebben ontwikkeld. Doordat deze rekentools allemaal net iets anders zijn qua indeling, gebruik en het weergeven van resultaten, zijn deze niet altijd een-op-een te vergelijken en kost het moeite om deze nauwkeurig te controleren. Het risico hierbij is dat men foutieve data over het hoofd ziet. Dit levert overbodige kruisbesmettingen op op de etiketten. In het ergste geval kan een kruisbesmetting juist niet op het etiket staan doordat de VITAL niet in orde is. Door rekentools overzichtelijk en gemakkelijk in gebruik te maken, kunnen dit soort fouten vroegtijdig worden ontdekt en opgelost.
Over het algemeen zijn er bij producenten altijd maar een paar werknemers die een VITAL-training hebben gevolgd en die deze kennis dus op correcte wijze kunnen toepassen in de eigen organisatie. Dit zorgt ervoor dat de kennis(overdracht) bij een beperkte groep blijft hangen. Bij het vertrek van de desbetreffende medewerkers zal een groot gedeelte van de kennis verloren gaan, wat kan resulteren in foutieve VITAL-berekeningen in het geval dat deze door verandering dienen te worden aangepast. Dit maakt het voor de controle weer ingewikkeld omdat niet bekend is waar waardes vandaan komen en ook niet altijd hoe het moet worden opgelost.
Anderzijds kan het voorkomen dat er juist organisaties worden ingehuurd om dit werk uit handen te nemen. Zo ben je ervan verzekerd dat de VITAL-berekening correct wordt uitgevoerd. Nadeel is echter dat de kennis altijd bij deze organisatie blijft en je als producent hier dus afhankelijk van bent.
Wij helpen u graag. U kunt contact opnemen via +31 30 65 66 010 of mail naar info@precon.group
Abonneer je op onze nieuwsbrief, onze maandelijkse blik op food en non-food kwaliteitsmanagement.