
Blijf op de hoogte
Abonneer je op onze nieuwsbrief, onze maandelijkse blik op food en non-food kwaliteitsmanagement.
Vanaf eind dit jaar geldt de Europese ontbossingswet (EUDR) voor grote bedrijven. Half 2025 geldt deze ook voor MKB-bedrijven. Maar wat houdt de wetgeving precies in? En waar moet je als voedselproducent op letten? In dit artikel 10 vragen en antwoorden over de EUDR-wetgeving op een rij.
Ontbossing wordt wereldwijd regelmatig veroorzaakt door de uitbreiding van landbouwgrond en de teelt van producten. Deze producten vinden ook hun weg naar Europa, bijvoorbeeld voor consumptie. Ontbossing heeft een milieu- en sociale impact, zoals verlies van biodiversiteit, klimaatverandering en verlies van het thuisgebied voor inheemse gemeenschappen.
Als onderdeel van de Green Deal heeft de Europese Unie (EU) afgelopen jaar een nieuwe verordening aangenomen, de European Union Deforestation Regulation (afgekort EUDR). Met deze nieuwe wet wil de EU ervoor zorgen dat producten die op de EU-markt worden geïmporteerd of uit de EU worden geëxporteerd niet tot ontbossing of bosdegradatie hebben geleid in het productieproces.
De verordening gaat vanaf 30 december 2024 in voor grote bedrijven, en op 30 juni 2025 voor MKB bedrijven. Om te voorkomen dat vóór deze ingangsdata toch nog ontbossing plaatsvindt, is in de verordening bepaald dat bedrijven zich er van moeten vergewissen dat de betreffende producten niet hebben bijgedragen aan ontbossing vanaf 31 december 2020.
De producten die onder de verordening vallen zijn vee, palmolie, soja, cacao, koffie, rubber en hout. Daarnaast ook de in de verordening nader gespecificeerde eindproducten die deze producten als ingrediënt hebben. Om dus exact te kunnen weten of een product onder de verordening valt, is het van belang om bijlage 1 van de verordening er op na te slaan, waarin de producten met HS-codes zijn opgenomen.
Samengevat betekent de EUDR het volgende:
Due diligence is een term die ook in andere duurzaamheidswetgeving terugkomt. Het ziet op een inspanningsverplichting voor bedrijven om zorgvuldig te handelen. In de EUDR is dit uitgewerkt door middel van de volgende verplichtingen voor bedrijven:
De geografische coördinaten zijn bedoeld om te kunnen traceren waar het betreffende product of de grondstof is geproduceerd. Zij zijn als het ware het bewijs dat er op die locatie geen ontbossing heeft plaatsgevonden. Zonder de geografische coördinaten kan een product niet worden geïmporteerd of geëxporteerd.
Het verzamelen van de geografische coördinaten van een perceel zal naar verwachting worden gedaan door de producent van het betreffende product of de grondstof. Dit kan via mobiele telefoons of bijvoorbeeld geografische informatiesystemen (GIS). Voor percelen van meer dan
dan 4 hectare moet de geo-locatie worden verstrekt met behulp van polygonen: breedte- en lengtepunten met zes decimalen om de omtrek van elk perceel te beschrijven. Voor percelen kleiner dan 4 hectare kan een veelhoek of een enkel breedte- en lengtepunt met zes decimalen worden gebruikt.
Op dit moment is er nog geen format beschikbaar, maar de verwachting is dat deze in de loop van 2024 zal worden aangereikt door de EU. Dit om te voorkomen dat elk bedrijf een ander soort statement opstelt, met alle mogelijke verwarring van dien.
Voor producten die in bulk worden verhandeld, zoals soja of palmolie, betekent dit dat de importeur ervoor moet zorgen dat alle percelen die bij een zending betrokken zijn, traceerbaar zijn en dat deze producten of grondstoffen in de keten niet worden gemengd met grondstoffen of producten van onbekende herkomst of uit gebieden die ontbost zijn na 31 december 2020. Mocht dat toch gebeuren, dan zal de hele partij als niet-conform worden beschouwd.
Een handelaar moet óók een due diligence statement overleggen in het EU-Informatiesysteem. Hij mag daarbij refereren aan het statement dat eerder is gedaan door de importeur, met vermelding van het betreffende referentienummer. De handelaar is verplicht om zich ervan te verzekeren dat de due diligence door de importeur correct is uitgevoerd. Deze handelaar blijft dan ook juridisch verantwoordelijk indien mocht blijken dat de wet is overtreden.
Deze ketenverantwoordelijkheid brengt met zich mee dat een importeur moet communiceren met zijn handelspartners downstream over de producten en de door hem uitgevoerde due diligence inspanningen, met inbegrip van de referentienummers van de aan die producten verbonden zorgvuldigheidsverklaringen.
Nee, voor MKB-bedrijven gelden lichtere eisen. Voor hen gaat de wet in per 30 juni 2025. Een MKB-bedrijf die optreedt als handelaar hoeft geen due diligence statement in te voeren in het EU-Informatiesysteem. Deze kan volstaan met het vermelden van het referentienummer van het eerdere due diligence statement (van de importeur).
De EU-lidstaten zijn aangewezen als toezichthouder, maar op dit moment is nog niet duidelijk welke Nederlandse instantie gaat zorgen voor handhaving van deze wet. In geval van niet-naleving is de maximale boete gesteld op 4% van de jaarlijkse omzet van het bedrijf.
Neem contact met ons op via info@precongroup.com of +31 30 65 66 010 / +32 (0)3 616 08 69.
Abonneer je op onze nieuwsbrief, onze maandelijkse blik op food en non-food kwaliteitsmanagement.