Blijf op de hoogte
Abonneer je op onze nieuwsbrief, onze maandelijkse blik op food en non-food kwaliteitsmanagement.
De kerstdagen en nieuwjaar zijn voorbij maar, van feest vieren krijgen we nooit genoeg. In Nederland zijn de voorbereidingen voor carnaval in volle gang. Fabrikanten bieden allerlei carnavalsartikelen aan. Van spectaculaire kostuums tot feestelijke accessoires. Maar hoe veilig zijn deze producten en welke wettelijke verplichtingen zijn hierop van toepassing?
Uitbundige kleuren, wijde mouwen en volumineuze rokken of broeken zijn de minimale eigenschappen die carnavalsvierders van een kostuum verwachten. Accessoires zoals pruiken, boa’s en veren worden vaak gecombineerd om de outfits nog opvallender te maken. Uitstekende versieringen op hoeden, staarten en feestelijke brillen ontbreken niet in het typische carnavalsbeeld. Veel van deze artikelen zijn gemaakt van textiel en worden door consumenten op het lichaam gedragen.
Er is geen specifieke wetgeving voor typische feest en carnavalsartikelen in Nederland en Europa. Carnavalsartikelen welke ontworpen en bestemd zijn voor volwassenen vallen binnen de reikwijdte van Richtlijn 2001/95/EG inzake Algemene Productveiligheid. Deze richtlijn verplicht marktdeelnemers uitsluitend veilige producten op de Europese markt te brengen.
De drukke omgevingen waarin carnaval gevierd wordt verhogen de risico’s bij het gebruik van carnavalsartikelen. Aangezien veel producten van textiel zijn gemaakt is brandgevaar een van de grootste risico’s met een enorme impact. Geen carnavalsvierder verwacht dat zijn of haar kostuum of accessoire gemakkelijk vlam zal vatten. Zijn uw producten brandveilig?
De snelheid waarmee textiel vlam vat en vuur zich verspreidt, is afhankelijk van een aantal factoren:
1. De vorm van het product;
2. De structuur van het materiaal;
3. De samenstelling van het materiaal
Bij een product met een wijdvallende vorm (1) is het risico dat deze vlam vat groter dan bij een nauwsluitend kostuum. Loshangend materiaal kan immers sneller in aanraking komen met een warmtebron. Hetzelfde geldt voor de structuur van het materiaal (2). Een harig oppervlak, een open geweven of lichtere stof verbrandt sneller dan een glad oppervlak, een dicht geweven of zwaardere stof. De samenstelling (3) speelt de belangrijkste rol. Plantaardige vezels zoals katoen, linnen en zijde ontbranden makkelijker dan dierlijke vezels zoals wol of synthetische vezels als polyester en nylon. Synthetische vezels smelten daarentegen wel sneller wanneer deze in contact met vuur komen. Wanneer natuurlijke en synthetische vezels worden gemengd, kan het gevaar toenemen omdat de combinatie van een hoge verbrandingssnelheid en het smelten van de stof in ernstige brandwonden kan resulteren.
Naast brandgevaar moeten de chemische risico’s ook niet te onderschat worden. Het is belangrijk dat uw product geen stoffen bevat die een schadelijk effect op de gezondheid hebben. Zware metalen als nikkel, lood en cadmium, maar ook formaldehyde en azo-kleurstoffen kunnen leiden tot allergische reacties of zelfs kankerverwekkend zijn. De producten moeten daarom voldoen aan de restricties in bijlage XVII van de Europese REACH Verordening EU 1907/2006.
Zorg dat u bekend bent met de eigenschappen en samenstelling van uw product en voer zo nodig een risicoanalyse uit.
Om aan te kunnen tonen dat uw product voldoet aan de brandveiligheidseisen kunt u verschillende normen hanteren:
Dit zijn wereldwijd de meest toegepaste normen om de brandveiligheid van kledingtextiel te testen en te beoordelen.
Op basis van de aard van het product en de gebruikte materialen kunt u beoordelen welke restricties uit bijlage XVII van de REACH Verordening op uw product van toepassing zijn.
Verkoopt u carnavalsartikelen op de Europese markt en vraagt u zich af welke wetgeving relevant is voor uw product? Précon kan u ondersteuning bieden bij:
Neem contact met ons op via +31 (0)30 – 65 66 010 of info@precongroup.com. We kunnen u dan verder helpen. U ontvangt dan onze vrijblijvende offerte.
Abonneer je op onze nieuwsbrief, onze maandelijkse blik op food en non-food kwaliteitsmanagement.