Betrokken
Hoge klanttevredenheid
Praktisch
Advies op maat
Vakkundig
Breed trainingsaanbod

Ondernemersscan

Ondernemersscan.

We vragen je eerst onderstaande gegevens in te vullen, zodat we je de uitkomst van de scan na afloop kunnen mailen. Zo ontvang je een naslagwerk dat je als leidraad kunt gebruiken voor de eventuele vervolgstappen.

1

Heb je jouw onderneming bekend gemaakt bij het FAVV?

De opdracht die het FAVV (Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen) vervult is: “Het waken over de veiligheid van de voedselketen en over de kwaliteit van ons voedsel”. Op de website van het FAVV is alvast veel informatie te vinden over verschillende aspecten van voedselveiligheid en regelgevingen. Naast het aanvragen van een ondernemingsnummer, heb je de verplichting om je te registreren bij het FAVV indien jouw bedrijf actief is in de voedselketen. In sommige gevallen zal het FAVV rechtstreeks contact opnemen als er een voedsel gerelateerde activiteit via de Nacebel-codes wordt aangegeven in de KBO (kruispuntbank voor ondernemingen).

  • Ja
  • Nee

Dat is een goed begin! Ieder bedrijf moet zich registreren bij het FAVV. Het FAVV houdt toezicht op alle bedrijven in de voedselketen.
Aan de hand van de activiteitenfiche kun je ook zien of alle activiteiten gedekt zijn in de aangegeven codes.

Elk bedrijf is verplicht zich te registreren bij het FAVV, die waakt over de voedselketen bij alle bedrijven in de voedingssector.

Check eerst bij het FAVV welke activiteitencode nodig is (deze code is drieledig, Plaats, Activiteit, Product) en via de activiteitenfiche wordt inzicht verkregen over de activiteiten die zijn toegestaan binnen deze code.

2

Is er voor jouw sector een goedgekeurde autocontrolegids beschikbaar?

Elk voedingsmiddelenbedrijf is verplicht de voedselveiligheid te garanderen van de producten die het op de markt zet. Voor alle bedrijven waar fysieke producten worden verwerkt (gemaakt, behandeld, verwerkt, verpakt, opgeslagen en/of getransporteerd), moet de veiligheid van voedingsmiddelen gegarandeerd worden in een autocontrolesysteem (zelf controleren). Dit is gebaseerd op de goede hygiëne praktijken (GHP) en op de HACCP-principes:

Hazard Analysis and Critical Control Points

Het FAVV heeft een voor verschillende sectoren generieke gidsen goedgekeurd. Deze gids wordt de autocontrole gids genoemd. Deze kan het bedrijf dan gebruiken als alternatief en richtlijn zodat er geen eigen handboek moet geschreven worden. Dit maakt het voor met name de kleinere bedrijven eenvoudiger om aan de wetgeving op het gebied van voedselveiligheid te voldoen.

Wanneer er voor jouw sector een autocontrolegids bestaat, kun je alsnog kiezen om een eigen HACCP-plan op te stellen. Dit is bijvoorbeeld nodig wanneer je jouw voedselveiligheidssysteem zou willen laten certificeren (waarover verderop meer). Ook wanneer de autocontrolegids niet precies al jouw bedrijfsprocessen omvat, is het nodig om een aanvullende HACCP-studie uit te voeren.

  • Ja en ik heb geen andere reden om een eigen HACCP-studie uit te voeren.
  • Ja, maar ik heb vanwege certificering of specifiek proces toch een eigen HACCP-studie nodig.
  • Nee, dus ik heb een eigen HACCP-studie nodig.

Dan kun je wat betreft voedselveiligheid volstaan met het toepassen van alle regels in deze code. In deze gids staan de richtlijnen rond infrastructuur, goede hygiëne praktijken en HACCP beschreven.

2.1

Heb je al een HACCP-studie uitgevoerd?

  • Ja
  • Nee

Heel goed! Voor alle bedrijfsprocessen waarin levensmiddelen (incl. grondstoffen en tussenproducten) zijn betrokken dienen de voedselveiligheidsgevaren in kaart te zijn gebracht, beheersmaatregelen te zijn ingevoerd en eventuele kritieke controlepunten (CCP’s) te zijn vastgesteld.

Dit geldt niet alleen voor activiteiten zoals transport, goederenontvangst, productie, verpakken en opslag. Er dient ook een gevaren- en risicoanalyse uitgewerkt te worden voor de grond- en hulpstoffen die worden ingekocht. Wanneer je eindproducten van buiten de EU importeert word je qua productaansprakelijkheid als producent gezien en is de HACCP-verplichting voor jou ook van toepassing. Ook wanneer je eindproducten binnen EU verhandelt is een HACCP-studie verplicht.

Voor alle bedrijfsprocessen waarin levensmiddelen (incl. grondstoffen en halffabricaat) zijn betrokken dienen de voedselveiligheidsgevaren in kaart te worden gebracht, beheersmaatregelen te worden ingevoerd en eventuele kritieke controlepunten (CCP’s) te worden vastgesteld.

Dit geldt niet alleen voor activiteiten zoals transport, goederenontvangst, productie, verpakken en opslag. Er dient ook een gevaren- en risicoanalyse ontwikkeld te worden voor de grond- en hulpstoffen die worden ingekocht. Wanneer je eindproducten van buiten de EU importeert wordt je qua productaansprakelijkheid als producent gezien en is de HACCP-verplichting voor jou ook van toepassing. Ook wanneer je eindproducten binnen EU verhandelt is een HACCP-studie verplicht.

 

HACCP zelf uitvoeren

Moet of wil je zelf een HACCP-studie opzetten, dan doe je dat best via de HACCP-methode. Deze omvat hoofdzakelijk de volgende stappen:

  • Inventariseer alle mogelijke gevaren voor de voedselveiligheid die zich zouden kunnen voordoen in jouw proces of al aanwezig kunnen zijn in grond- of hulpstoffen.
    Als hulpmiddel om relevante gevaren te bepalen wordt de wetgeving geraadpleegd. Zo stelt de Europese wetgeving productnormen voor diverse gevaren; voorbeelden zijn:
    Microbiologische criteria ((EG) 2073/2005)
    Verontreinigingen in levensmiddelen ((EG) 1881/2006)
  • Schat in hoe groot de kans is op die gevaren en stel, in combinatie met de ernst, het risico vast.
  • Ga na welke maatregelen nodig zijn om de gevaren te beheersen en stel de kritische beheerspunten (CCP’s) vast.
  • Geef per CCP de kritische grenzen aan.
  • Stel vast hoe de CCP’s bewaakt worden.
  • Leg per CCP de correctieve acties vast voor wanneer een fout wordt opgemerkt en er een mogelijk onveilig product is geproduceerd.
  • Organiseer periodieke verificatie (evaluatie), om te checken of de werkwijze het gewenste resultaat oplevert: aantoonbare voedselveiligheid.
  • Hou documentatie (afspraken en/of werkinstructies, verzameld in bijvoorbeeld een handboek) en registraties (vastgelegde controleresultaten) bij.
3

Beschik je over een inkoopprocedure?

Behalve een HACCP-plan gelden er nog andere wettelijke verplichtingen:

Inkoopprocedure: hierin dienen de eisen te zijn vastgelegd die je stelt aan jouw leveranciers en eventuele dienstverleners; uiteraard hangen deze samen met het risico dat een ingekochte grondstof of dienst met zich meeneemt. De grondstoffengevarenanalyse, onderdeel van de HACCP-studie, vormt dan ook de basis.
Let op dat ook dienstverleners invloed kunnen uitoefenen op de voedselveiligheid! Voorbeelden: ongediertebestrijdingsfirma, poetsfirma, laboratorium voor productanalyses, wasserij, afvalmaatschappij en techniekers voor technisch onderhoud.

  • Ja
  • Nee

Dat is mooi!
Denk er ook aan, dat de prestaties van de leveranciers ook regelmatig (bijvoorbeeld jaarlijks) beoordeeld moeten worden.

Inkoopprocedure: hierin dienen de eisen te zijn vastgelegd die je stelt aan jouw leveranciers en eventuele dienstverleners; uiteraard hangen deze samen met het risico dat een ingekochte grondstof of dienst met zich meeneemt. De grondstoffengevarenanalyse, onderdeel van de HACCP-studie, vormt dan ook de basis.
Let op dat ook dienstverleners invloed kunnen uitoefenen op de voedselveiligheid! Voorbeelden: ongediertebestrijdingsfirma, poetsfirma, laboratorium voor productanalyses, wasserij, afvalmaatschappij en techniekers voor technisch onderhoud.

3.1

Beschik je over een recallprocedure en een systeem voor tracering?

Recallprocedure: “Elke exploitant moet het FAVV onmiddellijk inlichten wanneer hij van oordeel is of redenen heeft om te denken dat een product dat hij ingevoerd, geproduceerd, geteeld, gekweekt, bewerkt, gefabriceerd of verhandeld heeft, schadelijk kan zijn voor de gezondheid van mens, dier of plant.“
Het document meldingsplicht en meldingslimieten kan een leidraad zijn om dit correct uit te voeren. Bekijk de meldingslimieten hier.

Traceerbaarheid: om een recall uit te kunnen voeren dient een traceerbaarheidssysteem aanwezig te zijn. Hiermee is het de bedoeling om producten te kunnen volgen, één schakel terug en één schakel vooruit in de keten. Dit houdt dus in: “Van welke leverancier is een grondstof afkomstig?” en “Aan welke klant(en) is een product uitgeleverd?” Het kan gebeuren dat hier een versoepeling is toegekend, bekijk op de website.

  • Ja
  • Nee

Heel goed!
Een extra tip is dit traceerbaarheidssysteem en de recall regelmatig uit te testen, zodat je producten in beide richtingen kunt traceren.

Om te voorkomen dat er op het moment van een incident nog moet worden nagedacht hoe de recall uit te voeren, is het noodzakelijk om dit in een procedure te hebben vastgelegd en de benodigde documenten uitgeprint of reeds opgeslagen beschikbaar te hebben. Ook zal de procedure regelmatig getest moeten worden om zeker te zijn, dat je producten in beide richtingen kunt traceren.

3.2

Beschik je over een klachtenprocedure met een registratiesysteem?

Klachtenprocedure: je kunt jouw klanten een mogelijkheid bieden om afwijkingen aan producten te melden, zij kunnen dit ook via het meldpunt van het FAVV. Elke klacht (of een reeks vergelijkbare klachten) zou een aanwijzing kunnen zijn, dat je jouw proces niet onder controle hebt en moet dan ook opgevolgd worden door een oorzaakonderzoek en een verbeteractie.

  • Ja
  • Nee

Goed zo!
Zorg voor een regelmatige klachtenanalyse, om eventuele ‘trends’ (bijv. een herhaling van eenzelfde klacht, vanuit meerdere klanten) snel te signaleren en op te volgen.

Leg de werkwijze vast, zodat taken en verantwoordelijkheden in jouw organisatie voor alle medewerkers duidelijk zijn (ook nuttig voor een zeer klein bedrijf, om een vaste manier van werken te bepalen en te onthouden). Denk ook aan een regelmatige klachtenanalyse om eventuele ‘trends’ (bijv. een herhaling van eenzelfde klacht, vanuit meerdere klanten) snel te signaleren en op te volgen.

3.3

Verhandel je voorverpakte eindproducten bestemd voor de consument?

Etikettering: wanneer je verantwoordelijk bent voor de consumentenverpakking, dan moet deze voldoen aan enkele wettelijke eisen.

(Kies antwoord “Nee” wanneer je logistiek dienstverlener bent, ook wanneer dit wél voorverpakte consumentenproducten betreft. Je bent dan namelijk niet verantwoordelijk voor de etikettering.)

  • Ja
  • Nee

Jouw productinformatie op de verpakking (bedrukking, etiketten) en ook eventuele productinformatie op een website (webshop) moet voldoen aan de etiketteringsvoorschriften volgens verordening (EU) nr. 1169/2011.

Artikel 9 van deze verordening geeft een lijst met de 12 verplichte vermeldingen. Het betreft hier gegevens zoals de benaming van het levensmiddel, bijzondere bewaarvoorschriften, de ingrediëntenlijst, de allergenen en de voedingswaarden.

Om de volledige, wettelijke productinformatie te kunnen opstellen zijn grondstof-/productspecificaties van jouw leverancier nodig.

Ook geeft de verordening aan welke informatie minimaal op een omverpakking (zoals een verpakkingsdoos) hoort te staan.
Sommige bedrijven kunnen genieten van een versoepeling op de etiketteringsgegevens.

Vermeld je de inhoud van een verpakking met het e-teken?

Specifieke productinformatie, weer te geven op etiket: opgave van inhoud met e-teken.

  • Ja
  • Nee

Dan moet jouw bedrijf een bedrijfscontrolesysteem (e-tekensysteem) opzetten. Dit wordt ook gecontroleerd door de FOD-economie, dienst Metrologie.

Dan hoor je altijd minimaal het gewicht (of aantal) te leveren dat op de verpakking is vermeld. Uiteraard zal dit regelmatig gecontroleerd moeten worden.

Bovendien is het belangrijk, dat je zeker weet dat de weegschaal het juiste gewicht aangeeft. Hiervoor is kalibratie noodzakelijk.

4

Werk je in jouw bedrijf met weegschalen, thermometers of misschien nog andere meetmiddelen?

  • Ja
  • Nee

Denk eraan om jouw meetapparatuur te kalibreren. Het is belangrijk om zeker te weten dat jouw apparatuur de juiste meetwaarde aangeeft. Zo moet je de consument het juiste (afgesproken en op de verpakking vermelde) gewicht leveren. Maar ook moet bijvoorbeeld een thermometer de juiste waarde aangeven om zeker te weten dat een verhitting of koeling goed is. Er zijn ook producten waar de pH bepalend is voor de voedselveiligheid. In dat geval dient de pH-meter gekalibreerd te worden.

5

Verpak je voedingsmiddelen?

  • Ja
  • Nee

Het verpakkingsmateriaal moet geschikt zijn voor het verpakken van voedingsmiddelen. Er mogen geen schadelijke stoffen vanuit het materiaal in het product doordringen (‘migreren’). Hier geldt wetgeving voor. Aan deze wetgeving moet aantoonbaar worden voldaan. Dit kan via uitslagen van migratietesten, een berekening in software of via zogenoemde worst-case berekeningen. In sommige gevallen, bijvoorbeeld voor kunststof is een ook een verklaring van overeenstemming verplicht. Al je zelf niets aan de verpakking wijzigt kun je de documenten opvragen bij de leverancier.

Let wel op dat jouw product binnen de door de leverancier aangegeven range van geschiktheid valt. Bijvoorbeeld: sommige verpakkingsmaterialen zijn geschikt voor het verpakken van droge poeders. Het is daarmee niet gezegd dat het verpakkingsmateriaal ook geschikt is voor verpakken van vloeistoffen. De geschiktheid moet blijken uit gerapporteerde migratietesten (vermeld in de verklaring).

Opmerking: de wettelijke eisen gelden niet alleen voor verpakkingsmaterialen, maar ook voor alle materialen in jouw proces(apparatuur) die contact maken met grondstof, halffabricaat of eindproduct.

Je kan deze producten herkennen aan het beker-vork icoon:

6

Wil je een keurmerk op jouw product laten zien?

Je hebt de laatste vraag bereikt, hierna is het niet mogelijk om terug te keren.

  • Ja
  • Nee

Bedrijven kiezen vanuit het oogpunt van duurzaamheid, geloofsovertuiging en/of gezondheid steeds vaker voor bepaalde keurmerken, zoals bijvoorbeeld vegetarisch, veganistisch, glutenvrij, fair trade, Halal en Koosjer. Dit soort logo’s mag je echter niet zomaar op de verpakking aanbrengen. Hiervoor stelt de desbetreffende organisatieeisen aan het product, de ingrediënten en vaak ook aan het productieproces.

Om een product “biologisch” te mogen noemen geldt zelfs de wettelijke verplichting om een BIO-certificering te behalen.

7

Wil je een keurmerk op jouw product laten zien?

  • Nee
8

Afsluiting

Bedankt voor het invullen van de ‘Ondernemersscan’!
Je hebt per e-mail een link ontvangen om het rapport met alle informatie en de door jou gegeven antwoorden te kunnen downloaden. Daarnaast vind je aan het eind van het rapport informatie over de diensten waarmee Précon je verder kan helpen. Hierin zijn ook gerelateerde trainingen vermeld. Het rapport is ook direct beschikbaar via onderstaande button.